Help mama! Het stormt in mijn lijf - Tips bij overprikkeling van jouw hoog gevoelig kind

Komt het jou als ouder herkenbaar voor als je kind voor je aan het stuiteren is als een ware orkaan? Of zegt jou kind zelf wel eens dat het storm is in zijn lijf? Soms voel je het als ouder al aan je water aan…storm op komst! Kinderen die hoog gevoelig zijn hebben eerder last van stormbuien. Een uiting van overprikkeling die zich op verschillende manieren laat zien. Hoe kun je je kind helpen om deze stormbuien weg te laten gaan en weer naar regenboogland te gaan? Maar vooral ook, hoe kun je deze stormbuien voorkomen? Ik neem je mee naar het land van hoog gevoeligheid en (over)prikkeling.
De wereld van een hoog gevoelig kind
Hoog gevoeligheid is een eigenschap die een kind in meer of mindere mate heeft en is een onderdeel van het karakter van je kind. Ongeveer 1 op de 5 kinderen is hoog gevoelig. Maar hoe ziet de wereld van een hoog gevoelig kind er eigenlijk uit? Bij een hoog gevoelig kind zijn alle zintuigen sterk actief; alles wat gezien, gehoord, gevoeld, geroken en geproefd wordt, wordt veel intenser beleefd en verwerkt. Harde geluiden, sterk licht, of andere prikkels kunnen dusdanig worden ervaren dat er heftig op gereageerd kan worden. Dit is net zoals met emoties. Deze kunnen heel intens zijn en hebben soms meer verwerkingstijd nodig. Een hoog gevoelig kind merkt verder (kleine) veranderingen snel op en kan last hebben van veranderingen. Dit zijn slechts enkele kenmerken van hoog sensitiviteit maar wel enkele graadmeters voor of het mooi weer wordt of dat er storm op komst is. Hoe zie je nu aan je kind dat er storm op kind komt en hoe kun je dit voorkomen of begeleiden als ouder?
De storm van overprikkeling
Een ‘overprikkelingsstorm’ ontstaat vaak door een teveel aan prikkels. Prikkels kun je zien als allemaal kleine druppels uit de regenwolk die je aandacht vragen en zeggen: ‘Hey, zie, hoor, of voel je me wel?’. Je kunt je voorstellen dat des te meer druppels je kind ervaart, des te groter de storm wordt. Want je kind is namelijk druk bezig om op al deze druppels te reageren, te verwerken en te reguleren. Dit kost veel energie. En als er teveel druppels in de emmer zitten, dan stroomt de emmer over. Het resultaat is dan een stormbui. Een te veel aan prikkels haalt een kind uit zichzelf naar buiten. Het kind staat niet meer in zijn kracht en voelt zich onveilig. Deze onveiligheid kan zorgen voor compensatiegedrag. Denk hierbij aan (overdreven) emoties zoals driftbuien, gillen, overbeweegelijkheid, angsten, huilen of clowngedrag. Maar ook lichamelijke klachten kunnen het gevolg zijn van overprikkeling, zoals bijvoorbeeld eczeem of andere lichamelijke klachten. Want wat je kind allemaal opvangt, moet er ook weer uit!
Wanneer is er storm (op komst)?
Er zijn bepaalde situaties waarop er eerder kans op storm is. Hierbij kun je denken aan situaties die zorgen voor overprikkeling en energieverlies, zoals een drukke omgeving met veel prikkels, televisie- of computergebruik. Maar ook als er iets ingrijpends of spannend gebeurd. Ook het afwijken van ritme en regelmaat zorgt voor onbalans Er zijn verschillende omstandigheden die invloed hebben op hoe jouw kind zich voelt en of er storm op komst is. Toch zijn er zeker punten waar jij als ouder je kind bij kunt helpen.
Hoe kun je als ouder stormbuien van je kind voorkomen?
1. Accepteer dat je kind hoog gevoelig is en vanuit zijn gevoel leeft. Wees hiervan bewust en houd er, waar mogelijk, rekening mee.
2. Let op prikkels en energieverlies. Zorg waar mogelijk voor een prikkelarme omgeving voor je kind of beperk het aanbod van prikkels.
3. Zorg voor goede voeding. Geef liever niet teveel suikers en toevoegingen en laat je kind regelmatig eten voor een stabiele bloedsuikerspiegel.
4. Reguleer de regendruppels en zorg dat je kind zich goed kan uitten. Bekijk met je kind wat helpt om ‘de regendruppels’ op een dag te reguleren door ontspanning, eigen ruimte en voldoende expressie van emoties.
5. Creëer bij je kind bewustwording en help je kind met een eigen paraplu te maken. Help je kind zich bewust te worden wanneer het dreigt te verdrinken in de hoeveelheid aan prikkels en leer je kind om op een goede manier met al die prikkels om te gaan en deze te verwerken.
6. Houd waar mogelijk een vast dagritme aan en breng rust, ritme, regelmaat en (dag)structuur aan.
7. Bereid je kind voor op spannende en ingrijpende gebeurtenissen (zoals Sinterklaas, verjaardag, nieuwe dingen en overgangen). Zorg voor goede begeleiding bij ingrijpende gebeurtenissen zoals een overlijden, scheiding of geboorte.
8. Geef je kind duidelijke begrenzing. Je kunt je kind helpen om zich veilig te voelen door duidelijke grenzen te geven. Let hierbij erop wat je kind al kan en wat nog niet.
9. Help je kind bij zichzelf te blijven en goed ‘geaard’ te zijn. Je kind kan (onbewust) emoties en spanningen overnemen van anderen die dichtbij je kind staan. Als ouder kun je je kind helpen door te letten op hoe jij in je vel zit. Maar ook door je kind ervan bewust te maken wat zijn eigen gevoel en emotie is en wat niet. Er zijn diverse hulpmiddelen om je kind beter in zijn eigen energie te houden. Wil je hier meer over weten, neem dan gerust contact op.
10. Positief ouderschap. Laat ze weten hoezeer je waardeert wie ze zijn. Geef ze verder zelf het goede voorbeeld als ouder. Bedenk ook dat waar je aandacht aan besteedt zal groeien. Dus besteed aandacht aan positief gedrag en negeer slecht gedrag. Help je kind te leren van fouten en problemen op te lossen.
Vijf tips om naar regenboogland te gaan!
Als je kind toch een stormbui heeft, dan zit je soms als ouder met je handen in het haar. Hoe ga je hiermee om? Tijd voor 5 tips om weer naar regenboogland te gaan.
1. Blijf zelf rustig en neem de emotie van je kind niet over. Voel je dat jij over je grenzen bent heengegaan en in code rood bent? Kijk waardoor dit kwam en wat je de volgende keer eraan kunt doen om dit te voorkomen.
2. Verplaats je op het niveau van je kind en help je kind inzien dat de dingen soms niet gaan zoals hij zou willen.
3. Las bij hevige storm van je kind liever eerst een afkoelperiode in en ga later met je kind praten.
4. Laat je kind zijn storm uitrazen op een fijne en veilige manier om de emmer weer te legen. (bijvoorbeeld door tegen een kussen te slaan, woede-tekening te maken, praten, of stampen tegen een kussen).
5. Laat je kind zich uitten. Vraag wat zijn emotie, gevoel in het lijf en behoefte is (rust of juist energie kwijt)? Bevraag het probleem en bespreek samen een oplossing voor nu en de volgende keer.
Ik wens je veel plezier in regenboogland!
De wereld van een hoog gevoelig kind
Hoog gevoeligheid is een eigenschap die een kind in meer of mindere mate heeft en is een onderdeel van het karakter van je kind. Ongeveer 1 op de 5 kinderen is hoog gevoelig. Maar hoe ziet de wereld van een hoog gevoelig kind er eigenlijk uit? Bij een hoog gevoelig kind zijn alle zintuigen sterk actief; alles wat gezien, gehoord, gevoeld, geroken en geproefd wordt, wordt veel intenser beleefd en verwerkt. Harde geluiden, sterk licht, of andere prikkels kunnen dusdanig worden ervaren dat er heftig op gereageerd kan worden. Dit is net zoals met emoties. Deze kunnen heel intens zijn en hebben soms meer verwerkingstijd nodig. Een hoog gevoelig kind merkt verder (kleine) veranderingen snel op en kan last hebben van veranderingen. Dit zijn slechts enkele kenmerken van hoog sensitiviteit maar wel enkele graadmeters voor of het mooi weer wordt of dat er storm op komst is. Hoe zie je nu aan je kind dat er storm op kind komt en hoe kun je dit voorkomen of begeleiden als ouder?
De storm van overprikkeling
Een ‘overprikkelingsstorm’ ontstaat vaak door een teveel aan prikkels. Prikkels kun je zien als allemaal kleine druppels uit de regenwolk die je aandacht vragen en zeggen: ‘Hey, zie, hoor, of voel je me wel?’. Je kunt je voorstellen dat des te meer druppels je kind ervaart, des te groter de storm wordt. Want je kind is namelijk druk bezig om op al deze druppels te reageren, te verwerken en te reguleren. Dit kost veel energie. En als er teveel druppels in de emmer zitten, dan stroomt de emmer over. Het resultaat is dan een stormbui. Een te veel aan prikkels haalt een kind uit zichzelf naar buiten. Het kind staat niet meer in zijn kracht en voelt zich onveilig. Deze onveiligheid kan zorgen voor compensatiegedrag. Denk hierbij aan (overdreven) emoties zoals driftbuien, gillen, overbeweegelijkheid, angsten, huilen of clowngedrag. Maar ook lichamelijke klachten kunnen het gevolg zijn van overprikkeling, zoals bijvoorbeeld eczeem of andere lichamelijke klachten. Want wat je kind allemaal opvangt, moet er ook weer uit!
Wanneer is er storm (op komst)?
Er zijn bepaalde situaties waarop er eerder kans op storm is. Hierbij kun je denken aan situaties die zorgen voor overprikkeling en energieverlies, zoals een drukke omgeving met veel prikkels, televisie- of computergebruik. Maar ook als er iets ingrijpends of spannend gebeurd. Ook het afwijken van ritme en regelmaat zorgt voor onbalans Er zijn verschillende omstandigheden die invloed hebben op hoe jouw kind zich voelt en of er storm op komst is. Toch zijn er zeker punten waar jij als ouder je kind bij kunt helpen.
Hoe kun je als ouder stormbuien van je kind voorkomen?
1. Accepteer dat je kind hoog gevoelig is en vanuit zijn gevoel leeft. Wees hiervan bewust en houd er, waar mogelijk, rekening mee.
2. Let op prikkels en energieverlies. Zorg waar mogelijk voor een prikkelarme omgeving voor je kind of beperk het aanbod van prikkels.
3. Zorg voor goede voeding. Geef liever niet teveel suikers en toevoegingen en laat je kind regelmatig eten voor een stabiele bloedsuikerspiegel.
4. Reguleer de regendruppels en zorg dat je kind zich goed kan uitten. Bekijk met je kind wat helpt om ‘de regendruppels’ op een dag te reguleren door ontspanning, eigen ruimte en voldoende expressie van emoties.
5. Creëer bij je kind bewustwording en help je kind met een eigen paraplu te maken. Help je kind zich bewust te worden wanneer het dreigt te verdrinken in de hoeveelheid aan prikkels en leer je kind om op een goede manier met al die prikkels om te gaan en deze te verwerken.
6. Houd waar mogelijk een vast dagritme aan en breng rust, ritme, regelmaat en (dag)structuur aan.
7. Bereid je kind voor op spannende en ingrijpende gebeurtenissen (zoals Sinterklaas, verjaardag, nieuwe dingen en overgangen). Zorg voor goede begeleiding bij ingrijpende gebeurtenissen zoals een overlijden, scheiding of geboorte.
8. Geef je kind duidelijke begrenzing. Je kunt je kind helpen om zich veilig te voelen door duidelijke grenzen te geven. Let hierbij erop wat je kind al kan en wat nog niet.
9. Help je kind bij zichzelf te blijven en goed ‘geaard’ te zijn. Je kind kan (onbewust) emoties en spanningen overnemen van anderen die dichtbij je kind staan. Als ouder kun je je kind helpen door te letten op hoe jij in je vel zit. Maar ook door je kind ervan bewust te maken wat zijn eigen gevoel en emotie is en wat niet. Er zijn diverse hulpmiddelen om je kind beter in zijn eigen energie te houden. Wil je hier meer over weten, neem dan gerust contact op.
10. Positief ouderschap. Laat ze weten hoezeer je waardeert wie ze zijn. Geef ze verder zelf het goede voorbeeld als ouder. Bedenk ook dat waar je aandacht aan besteedt zal groeien. Dus besteed aandacht aan positief gedrag en negeer slecht gedrag. Help je kind te leren van fouten en problemen op te lossen.
Vijf tips om naar regenboogland te gaan!
Als je kind toch een stormbui heeft, dan zit je soms als ouder met je handen in het haar. Hoe ga je hiermee om? Tijd voor 5 tips om weer naar regenboogland te gaan.
1. Blijf zelf rustig en neem de emotie van je kind niet over. Voel je dat jij over je grenzen bent heengegaan en in code rood bent? Kijk waardoor dit kwam en wat je de volgende keer eraan kunt doen om dit te voorkomen.
2. Verplaats je op het niveau van je kind en help je kind inzien dat de dingen soms niet gaan zoals hij zou willen.
3. Las bij hevige storm van je kind liever eerst een afkoelperiode in en ga later met je kind praten.
4. Laat je kind zijn storm uitrazen op een fijne en veilige manier om de emmer weer te legen. (bijvoorbeeld door tegen een kussen te slaan, woede-tekening te maken, praten, of stampen tegen een kussen).
5. Laat je kind zich uitten. Vraag wat zijn emotie, gevoel in het lijf en behoefte is (rust of juist energie kwijt)? Bevraag het probleem en bespreek samen een oplossing voor nu en de volgende keer.
Ik wens je veel plezier in regenboogland!